Botgezondheid en plantaardige voeding
Auteur: Shireen Kassam, PhD, hematoloog en hoofddocent aan het King’s College Hospital Londen
Juli 2023
Aandacht voor botgezondheid nodig bij (overwegend) plantaardige voeding
Voor mensen die plantaardig (willen) eten is aandacht voor het behouden van gezonde botten belangrijk. Gezonde voeding en een gezonde leefstijl zijn essentieel voor het voorkomen van osteoporose op latere leeftijd. Belangrijke voedingsstoffen voor een goede botgezondheid zijn eiwit, calcium, kalium, magnesium, fosfor, zink, foliumzuur en vitamines C, D, K en B12. Deze voedingsstoffen krijg je makkelijk in voldoende hoeveelheden binnen bij een (overwegend) plantaardig voedingspatroon dat onbewerkt, gevarieerd en volwaardig is.
Resultaten van vier prospectieve cohortstudies hebben in de afgelopen jaren tot bezorgdheid geleid over de botgezondheid van mensen die (overwegend) plantaardig eten (zowel veganistisch als vegetarisch), met name met betrekking tot een verhoogd risico op fracturen. Deze vier studies zijn stuk voor stuk goed ontworpen en uitgevoerd. We kunnen de resultaten dus niet zomaar negeren.
EPIC-Oxfordstudie
Het eerste onderzoek (1), gepubliceerd in november 2020, was een nieuwe analyse van de gegevens uit de EPIC-Oxfordstudie (2). Dit is één van de langstlopende en grootste onderzoeken naar de gezondheid van vegetariërs en veganisten, waarbij 65.000 mannen en vrouwen uit het Verenigd Koningrijk al meer dan 30 jaar worden gevolgd. De eerste analyse van gegevens uit deze studie over botgezondheid, gepubliceerd in 2007, liet geen verschil zien in het aantal zelf gerapporteerde botbreuken tussen vleeseters, viseters en lacto-ovo-vegetariërs. Veganisten daarentegen hadden een 30% hoger risico op fracturen dan vleeseters (3). Echter wanneer de resultaten werden gecorrigeerd voor de inname van calcium, hadden deelnemers die tenminste 525 mg calcium per dag binnenkregen geen verhoogd risico op fracturen, ongeacht hun voedingspatroon. Dit impliceert dat een plantaardig voedingspatroon met een adequate calciuminname geen nadelige effecten heeft voor de botgezondheid.
De ge-update analyse van de EPIC-Oxfordgegevens liet een verhoogd aantal fracturen zien bij mensen die geen vlees consumeerden. Hoewel dit gold voor veganisten, vegetariërs en viseters, was het effect het meest uitgesproken in de veganistische groep. Dat werd met name zichtbaar in het aantal heupfracturen waarbij veganisten een 231% hoger risico op het krijgen van een heupfractuur hadden in vergelijking met vleeseters. Ook wanneer niet gespecificeerd werd naar het soort breuk, had de groep veganisten een hoger risico van 43% op het een fractuur in vergelijking met vleeseters. Dit komt neer op 19 extra fracturen binnen een groep van 1000 mensen over een periode van 10 jaar.
Interessante bevinding in deze studie is dat de BMI een grote beïnvloedende factor was op het fractuurrisico. Een BMI lager dan 22,5 kg/m2 werd geassocieerd met een verhoogd risico. Voor veganisten met een BMI van 22,5 kg/m2 of hoger verdween dit risico. Ook hadden alleen vrouwen (meer dan twee derde van de studiedeelnemers was vrouw) een verhoogd risico op botbreuken, het risico bij mannen was niet hoger. De inname van calcium in de groep veganisten in de studie, was lager dan de aanbevolen inname van calcium. Ook maakten veganistische vrouwen minder gebruik van hormoonvervangende therapie in vergelijking met vleeseters. Dit zijn twee factoren die het risico op botfracturen beïnvloeden (hormoonvervangende therapie verlaagt het risico op osteoporose bij vrouwen in de overgang*). De gemiddelde calciuminname voor veganisten was ongeveer 600 mg/dag, minder dan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid in het Verenigd Koninkrijk van 700 mg/dag (aanbeveling in Nederland is 950 mg/dag*). Ook hadden niet-vleeseters een lagere eiwitinname dan vleeseters, wat op basis van de analyse leek bij te dragen aan het risico op fracturen. Eerdere onderzoeken van de EPIC-Oxfordcohort toonden ook aan dat veganisten een lagere inname van vitamine B12 en vitamine D hadden in vergelijking met niet-veganisten (4). Slechts ongeveer de helft van de veganistische deelnemers in deze studie gebruikte voedingssupplementen. Dat betekent dat de andere 50% voor de inname van vitamine B12 en vitamine D afhankelijk was van voedingsbronnen, waardoor de inname te laag was. De studie heeft de fractuurpercentages niet gecorreleerd voor de vitamine D-status, een belangrijke factor voor de botgezondheid.
Adventist Health Study
Het tweede onderzoek is een analyse van de gegevens uit de Adventist Health Study-2 (5) waarin meer dan 96.000 Adventisten uit Noord-Amerika sinds 2002 worden gevolgd (6). De studie keek specifiek naar het risico op heupfracturen en liet zien dat veganisten 55% meer risico hebben op het breken van een heup in vergelijking met vleeseters. In absolute aantallen, komt dit neer op 1,5 heupfracturen meer per 1000 veganisten per jaar. Opnieuw was er alleen een verhoogd risico te zien bij vrouwen en niet bij mannen en dit keer verdween het risico volledig bij veganisten die zowel calcium- als vitamine D-supplementen namen.
UK Women’s Cohort Study
Het derde onderzoek is een analyse van de UK Women’s Cohort Study (7), die 26.318 vrouwen van 35-69 jaar tussen 1995-1998 includeerde (8). Het voedingspatroon werd eenmalig bij de start van de studie beoordeeld, en bij 283 vrouwen is na drie jaar opnieuw een dieetbeoordeling uitgevoerd. De deelnemers werden ingedeeld in vier groepen: regelmatige vleeseters (46,2%; aten ≥ 5 keer/week vlees), vleeseters, die af en toe vlees consumeerden (26,5%; aten < 5 keer/week vlees), pescotariërs (12,8%; aten vis maar geen vlees), vegetariërs (14,5%; aten eieren of zuivel maar geen vlees of vis), of veganisten (aten geen vlees, vis, eieren of zuivel). Vanwege het kleine aantal veganistische deelnemers (n=130), werden veganisten gecombineerd met de vegetarische groep. Voedingspatronen werden gecorreleerd met het risico op heupfracturen.
Gedurende de follow-up van 22,3 jaar kreeg 3,1% van de deelnemers een heupfractuur. De resultaten lieten een 33% verhoogd risico op heupfracturen in de vegetarische groep zien, in vergelijking met de groep die regelmatig vlees at (≥ 5 keer/week). Dit was nadat werd gecorrigeerd voor andere factoren die van invloed kunnen zijn op het risico op heupfracturen, waaronder leeftijd, alcoholgebruik, roken, fysieke activiteit, menopauzale status en sociaaleconomische status. Er werd geen verhoogd risico gevonden bij de vrouwen die af en toe vlees aten (< 5 keer/week) en pescotariërs (wel vis, geen vlees).
Opmerkelijk aan deze studie is dat de kwaliteit van voeding (lees gebruik van gezonde onbewerkte plantaardige producten*) enigszins voldoende lijkt te zijn voor de vegetarische groep, aangezien zij gemiddeld 27 gram vezels per dag consumeerden (meer dan de gemiddelde inname in VK en NL van ca. 20 gram; aanbeveling in Nederland is minimaal 30 g per dag*). 12% van de vegetariërs kregen echter onvoldoende eiwitten binnen (<0,75 g/kg/dag, huidige Nederlandse aanbeveling 0,83 g/kg/dag*), wat erop wijst dat zij mogelijk te weinig eiwitrijke producten, zoals peulvruchten, waaronder soja, en noten, consumeerden. Vegetariërs hadden ook een aanzienlijk lagere BMI in vergelijking met de regelmatige vleeseters (23,3 vs. 25,3 kg/m2), maar deze lagere BMI leek het verhoogde risico op fracturen niet volledig te verklaren. Er waren echter wel heel weinig heupfracturen bij de vegetarische deelnemers met een BMI van >23,5 kg/m2 (n=29), dus kan BMI als een risicofactor voor botbreuken niet volledig worden uitgesloten. Vegetariërs consumeerden voldoende calcium (1138 mg/dag), maar hadden lagere inname van vitamine B12 en vitamine D dan de andere groepen.
Aan de andere kant was de prevalentie van kanker, hart- en vaatziekten en type 2 diabetes bijna 50% lager in de vegetarische groep in vergelijking met regelmatige vleeseters (5,8% vs.10,2%).
UK Biobank-studie
Het vierde onderzoek, gepubliceerd in juli 2023, analyseerde gegevens van 413.914 deelnemers aan de UK Biobank-studie (gemiddelde leeftijd 56 jaar), die waren ingedeeld in vier groepen: regelmatige vleeseters (n=258.765), vleeseters die af en toe vlees consumeren (<5 porties per week, n=137.954), pescotariërs (n=9.557) en vegetariërs (n=7.638) (9). Er waren te weinig veganisten om als aparte groep te worden opgenomen. Gedurende de 12,5 jaar follow-up kreeg 0,8% van de deelnemers een heupfractuur.
De vegetarische groep, zowel mannen als vrouwen, had een 50% hoger risico op heupfracturen in vergelijking met de regelmatige vleeseters. Hoewel dit alarmerend klinkt, komt dit in absolute getallen neer op 3,2 extra fracturen per 1000 mensen gedurende 10 jaar. Een deel van dit risico (ongeveer 28%) werd verklaard doordat vegetariërs een lagere BMI hadden dan vleeseters (25,9 vs. 27,7 kg/m2).
Belangrijk om op te merken is dat vegetariërs minder voedingsstoffen zoals eiwit, ijzer, jodium, niacine, selenium, vitamine B12 en vitamine D binnenkregen dan andere groepen. Zo haalden minder vegetariërs de aanbevolen dagelijkse eiwitinname voor volwassenen (0,75 g/kg/dag; 0,83 g/kg/dag in Nederland*) dan regelmatige vleeseters (68,2% vs. 85,2%). Relevant om te vermelden is ook dat de kwaliteit van voeding niet in overweging werd genomen. Er was zeker ruimte er voor verbetering, aangezien de vegetarische groep slechts 22,6 gram vezels per dag at en ongeveer net zo veel verzadigd vet als de vleeseters binnenkreeg. Aan de andere kant waren de percentages van hartziekten, kanker en type 2 diabetes significant lager bij de vegetarische deelnemers.
Beperkingen van deze studies
- De oorzaak van fracturen (trauma of fragiliteit) is niet bekend in alle vier studies, wel zijn de heupfracturen meestal het gevolg van osteoporose.
- Geen van de studies heeft de botmineraaldichtheid beoordeeld. Een eerdere systematische review en meta-analyse van de botmineraaldichtheid en het risico op fracturen bij vegetariërs en veganisten (20 studies, 37.134 deelnemers) liet zien dat vegetariërs en veganisten een lagere botmineraaldichtheid hadden en een verhoogd fractuurrisico (10).
- Twee van de studies hebben vegetariërs en veganisten in de jaren rond 1990 gerekruteerd. Toen was de kennis over gezonde en volwaardige plantaardige voeding nog niet zo beschikbaar of toegankelijk, was de verrijking van plantaardige alternatieven (die er nog amper waren) nog niet gebruikelijk en was suppletie met vitamine B12 en D niet wijdverspreid.
- De exacte oorzaak van het verhoogde risico op fracturen bij vegetariërs en veganisten is niet duidelijk. Het wordt zeker niet veroorzaakt door gebrek aan zuivel, aangezien het meest recente onderzoek een verhoogd risico bij vegetariërs liet zien die zuivel consumeerden. Een voorgesteld mechanisme is dat mensen op een (overwegend) plantaardig dieet lagere niveaus van het groeihormoon IGF-1 hebben (11), wat een voordeel kan zijn bij het voorkomen van kanker (12), maar mogelijk ook een reden is voor het waargenomen verhoogde risico op fracturen.
- De kwaliteit van het voedingspatroon wordt niet (volledig) meegenomen in de analyse en recente gegevens (postmenopauzale vrouwen in Iran (13), oudere volwassenen in China (14)) suggereren dat een gezond (overwegend) plantaardig voedingspatroon, gebaseerd op onbewerkte voeding de botgezondheid mogelijk beter ondersteunt.
Belangrijk om te onthouden
- Botgezondheid is een belangrijk aandachtspunt voor mensen die (overwegend) plantaardig eten, vooral voor vrouwen.
- Een gezond (overwegend) plantaardig voedingspatroon is onbewerkt en volwaardig – het bevat de nodige hoeveelheid energie en voedingsstoffen. Voedingsstoffen die belangrijk zijn voor de botgezondheid zijn eiwit, calcium, vitamine B12 en vitamine D. Zorg dat je daarvan voldoende binnenkrijgt. Een gezond (overwegend) plantaardig voedingspatroon bestaat voor de helft uit groenten en fruit, een kwart volkoren granen, een kwart peulvruchten en dagelijks een kleine hoeveelheid noten en zaden. Het is verstandig regelmatig met calcium verrijkte sojaproducten, zoals sojamelk, yoghurt en tofu te consumeren.
- Suppletie met vitamine B12 is noodzakelijk bij een volledig plantaardig voedingspatroon. Afhankelijk van de blootstelling aan de zon kan ook vitamine D suppletie nodig zijn (bv tussen oktober en april in Nederland*).
- Zorg ervoor dat je voldoende eiwitten binnenkrijgt, vooral naarmate je ouder wordt. Consumeer bij elke maaltijd eiwitrijke producten zoals bonen, linzen, sojaproducten, noten en zaden. Het toevoegen van plantaardige vleesalternatieven op basis van seitan (eiwitrijk product op basis van tarwe-eiwit*), Quorn of soja-eiwit kan een makkelijke manier zijn om voldoende eiwitten binnen te krijgen. Kies daarbij altijd voor de gezondere opties met weinig (verzadigd) vet en zo min mogelijk toegevoegd zout.
- Richt je op de kwaliteit van je voeding door vooral voor onbewerkte producten te kiezen en sterkt bewerkte voedingsmiddelen zoveel mogelijk te laten staan.
- Vermijd of minimaliseer producten waarvan bekend is dat ze een negatieve invloed hebben op de botgezondheid zoals alcohol, tabak, cafeïne, frisdranken en toegevoegd zout.
- Lichaamsbeweging waarbij je je eigen lichaamsgewicht draagt zoals wandelen of hardlopen en bot- en spierversterkende oefeningen (krachttraining) zijn van essentieel belang voor de botgezondheid gedurende het hele leven en kunnen voor mensen die volledig plantaardig eten extra belangrijk zijn (15).
- Voorkom ondergewicht en ondervoeding, vooral als je een vrouw bent. Het is aannemelijk dat het gunstig is om een BMI na te streven in het midden van het gezonde bereik (≥21 kg/m2).
Laten we vooral ook niet vergeten dat al deze cohortstudies ons hebben laten zien dat een (overwegend) plantaardig voedingspatroon geassocieerd wordt met een ongeveer 50% lager risico op hypertensie (16), aanzienlijk lagere cholesterolwaardes (17), een 25-30% minder ischemische hartziekten (dit geldt ook voor vegetariërs) (18), een 19% lager risico op kanker en een 30-40% lager risico op type 2 diabetes bij mensen die geen vlees eten. Dit zijn allemaal belangrijke oorzaken van (vroegtijdig) overlijden en invaliditeit in het Verenigd Koningrijk (en andere Europese landen*) en vormen een veel groter risico voor individuele en volksgezondheid dan botbreuken.
Over de auteur:
Shireen Kassam, PhD is hematoloog en hoofddocent aan het King’s College Hospital Londen. Ze is de oprichter van Plant-Based Health Professionals UK (PBHP UK), een grote organisatie van zorgprofessionals in het Verenigd Koninkrijk met als doel onderwijs over en promotie van gebruik van onbewerkte plantaardige voeding voor preventie en behandeling van chronische ziekten.
*noot van de vertaler
Bronnen
- Tong TYN, Appleby PN, Armstrong MEG, Fensom GK, Knuppel A, Papier K, e.a. Vegetarian and vegan diets and risks of total and site-specific fractures: results from the prospective EPIC-Oxford study. BMC Med. 23 november 2020;18(1):353.
- EPIC-Oxford [Internet]. [geciteerd 5 augustus 2023]. Beschikbaar op: https://www.ceu.ox.ac.uk/research/epic-oxford-1/epic-oxford
- Appleby P, Roddam A, Allen N, Key T. Comparative fracture risk in vegetarians and nonvegetarians in EPIC-Oxford. Eur J Clin Nutr. december 2007;61(12):1400-6.
- Davey GK, Spencer EA, Appleby PN, Allen NE, Knox KH, Key TJ. EPIC-Oxford: lifestyle characteristics and nutrient intakes in a cohort of 33 883 meat-eaters and 31 546 non meat-eaters in the UK. Public Health Nutr. mei 2003;6(3):259-69.
- Adventist Health Study | Adventist Health Study [Internet]. [geciteerd 5 augustus 2023]. Beschikbaar op: https://adventisthealthstudy.org/
- Thorpe DL, Beeson WL, Knutsen R, Fraser GE, Knutsen SF. Dietary patterns and hip fracture in the Adventist Health Study 2: combined vitamin D and calcium supplementation mitigate increased hip fracture risk among vegans. Am J Clin Nutr. 1 augustus 2021;114(2):488-95.
- The UK Women’s Cohort Study (UKWCS) | University of Leeds [Internet]. [geciteerd 5 augustus 2023]. Beschikbaar op: https://ukwcs.leeds.ac.uk/
- Webster J, Greenwood DC, Cade JE. Risk of hip fracture in meat-eaters, pescatarians, and vegetarians: results from the UK Women’s Cohort Study. BMC Med. 11 augustus 2022;20(1):275.
- Webster J, Greenwood DC, Cade JE. Risk of hip fracture in meat-eaters, pescatarians, and vegetarians: a prospective cohort study of 413,914 UK Biobank participants. BMC Med. 27 juli 2023;21(1):278.
- Iguacel I, Miguel-Berges ML, Gómez-Bruton A, Moreno LA, Julián C. Veganism, vegetarianism, bone mineral density, and fracture risk: a systematic review and meta-analysis. Nutr Rev. 1 januari 2019;77(1):1-18.
- Allen NE, Appleby PN, Davey GK, Kaaks R, Rinaldi S, Key TJ. The Associations of Diet with Serum Insulin-like Growth Factor I and Its Main Binding Proteins in 292 Women Meat-Eaters, Vegetarians, and Vegans. Cancer Epidemiol Prev Biomark. 1 november 2002;11(11):1441-8.
- Levine ME, Suarez JA, Brandhorst S, Balasubramanian P, Cheng CW, Madia F, e.a. Low Protein Intake is Associated with a Major Reduction in IGF-1, Cancer, and Overall Mortality in the 65 and Younger but Not Older Population. Cell Metab. 4 maart 2014;19(3):407-17.
- M G, E C, Z S, S G, M N, Bp G. Healthy plant-based diet index as a determinant of bone mineral density in osteoporotic postmenopausal women: A case-control study. Front Nutr [Internet]. 1 december 2023 [geciteerd 5 augustus 2023];9. Beschikbaar op: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36712516/
- Hu J, Li Y, Wang Z, Li X, Hou T, Ning Z, e.a. Association of plant-based dietary patterns with the risk of osteoporosis in community-dwelling adults over 60 years: a cross-sectional study. Osteoporos Int J Establ Result Coop Eur Found Osteoporos Natl Osteoporos Found USA. mei 2023;34(5):915-23.
- Wakolbinger-Habel R, Reinweber M, König J, Pokan R, König D, Pietschmann P, e.a. Self-reported Resistance Training Is Associated With Better HR-pQCT–derived Bone Microarchitecture in Vegan People. J Clin Endocrinol Metab. 1 oktober 2022;107(10):2900-11.
- Appleby PN, Davey GK, Key TJ. Hypertension and blood pressure among meat eaters, fish eaters, vegetarians and vegans in EPIC–Oxford. Public Health Nutr. december 2002;5(5):645-54.
- Bradbury KE, Crowe FL, Appleby PN, Schmidt JA, Travis RC, Key TJ. Serum concentrations of cholesterol, apolipoprotein A-I and apolipoprotein B in a total of 1694 meat-eaters, fish-eaters, vegetarians and vegans. Eur J Clin Nutr. februari 2014;68(2):178-83.
- Crowe FL, Appleby PN, Travis RC, Key TJ. Risk of hospitalization or death from ischemic heart disease among British vegetarians and nonvegetarians: results from the EPIC-Oxford cohort study. Am J Clin Nutr. maart 2013;97(3):597-603.